Hoe vaak ben jij de term ''actief leren'' tegengekomen? Het wordt vaak genoeg gebruikt in publicaties dat de betekenis ervan verward wordt met andere gelijkaardige leermethoden, als: ''Flipped classrooms'' en ''blended learning''. Waarin verschillen deze pedagogieën en wat zijn de voordelen van elke modus?
Veel studenten zijn misschien het meest vertrouwd met passief leren, een soort onderwijsmethode waarbij een docent in de klas onderwerpen bespreekt terwijl ze de les volgen door te luisteren en aantekeningen te maken. Studenten behouden hun kennis door het aangeboden cursusmateriaal te lezen, hun notities te bekijken en belangrijke punten uit het hoofd te leren. Hun kennis wordt vaak getoest door middel van periodieke gestandaardiseerde examens. Dit type pedogogie biedt minimale mogelijkheden voor begeleiding en feedback, omdat deze stijl vaak wordt toegepast in grote klassen waar de verhouding tussen studenten en docent onevenredig scheef is.
Actief leren is het tegenovergestelde. Bij deze benadering spelen de leerlingen een meer praktische rol. In plaats van de leraar te laten optreden als een docent, wordt hij een facilitator die de leerlingen begeleidt bij het in de praktijk brengen van de geleerde concepten. Tijdens de les houden de leerkrachten de leerlingen voortdurend bezig, door hen vragen te stellen en hen activiteiten aan te bieden die het denken stimuleren. De leerlingen worden aangemoedigd om zelf met ideeën te komen. Op die manier leren ze niet alleen de stof die ze nodig hebben om te slagen voor een schriftelijk examen uit het hoofd, maar gaan ze ook zelf op zoek naar de concepten die aan bod komen en begrijpen ze de logische verbanden erachter. Zo kunnen ze de informatie veel langer onthouden en ook hun 21ste-eeuwse vaardigheden ontwikkelen via activiteiten als gegevensanalyse, debatteren en dramatiseren.
Als deze leermethode regelmatig wordt toegepast, wordt het ook een essentiële 21ste-eeuwse vaardigheid waar werkgevers naar op zoek zijn. Actief leren wordt in deze context een gewoonte waarbij leerlingen voordurend op zoek gaan naar manieren om meer domeinkennis te verwerven door nieuwe concepten te bestuderen en ze in de praktijk toe te passen.
Deze twee leermodi zijn meer rechttoe rechtaan. Synchroonleren vereist dat zowel leerlingen als leerkrachten op hetzelfde moment in de klas aanwezig zijn. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat ze fysiek in hetzelfde klaslokaal aanwezig moeten zijn. Docenten en studenten kunnen synchroon leren ook op afstand via het internet organiseren. Het voordeel van synchroon leren, vooral bij actieve leeropstellingen, is dat docenten automatisch het begrip van hun leerlingen kunnen peilen door middel van activiteiten en vervolgens het tempo en niveau van de discussie daarop kunnen afstemmen. Leerlingen kunnen ook gebruik maken van deze opzet om onmiddelijk om beoordeling en verduidelijking te vragen.
De asynchrone leermethoden biedt misschien niet dezelfde directheid, maar heeft ook voordelen. Dit type van opzet werkt beter voor studenten die zich misschien niet kunnen binden aan een regelmatig schema en liever kiezen voor leren op eigen tempo. De school voorziet hen van materiaal en toetsen die ze vrij kunnen bestuderen en afleggen binnen een overeengekomen tijdsbestek. Beoordelingen en het verzamelen van feedback worden periodiek gedaan door middel van geplance face-to-face overleg of via correspondentie.
Blended learning is een onderwijsaanpak die tradionele, fysieke vormen van face-to-face onderwijs combineert met het gebruik van online en digitale media. Docenten en leerlingen volgen de lessen nog steeds in de klas, maar maken tegelijkertijd gebruik van online leermiddelen, portals en materialen zoals artikelen, video's, games en dergelijke.
Het Flipped Classroom-model heeft overeenkomsten met blended learning, omdat het ook gebruik kan maken van online en digitale media. Maar zoals de naam al aangeeft, is het Flipped Classroom-model uniek in de manier waarop de lessen worden gegeven. Normaal gesproken, in een traditioneel klaslokaal model, leggen leraren de lesstof uit tijdens de les, terwijl de leerlingen de informatie toepassen op hun huiswerk. In een geflipte klas moeten studenten de leerstof thuis bestuderen voordat ze naar de klas komen om de ideeën die ze hebben opgepikt te verwerken onder begeleiding van docent. Studenten kunnen laten zien hoeveel ze hebben geleerd door middel van actieve leeractiviteiten, zoals presentaties en peer-to-peer reviews.
Een andere eenvoudige term is persoonlijk leren. Hierbij houden studenten en hun leraar of medestudenten fysieke face-to-face leersessies op dezelfde locatie. Dit kan zijn in de vorm van lezingen, één-op-één begeleidingsessies, of informele bijeenkomsten om de details van een groepsproject te bespreken.
In gevallen waarin het onderwijs niet in persoon kan worden gegeven -als gevolg van geografische beperkingen of noodsituaties zoals natuurrampen of pandemieën- kunnen scholen ervoor kiezen om de weg van het online leren in te slaan. Dit webgebaseerde model, ook wel afstandsonderwijs genoemd, maakt gebruikt van technologieën zoals videoconferenties en whiteboarding op afstand als een middel voor live-instructie.
In passieve online leeropstellingen krijgen studenten normaal gesproken toegang tot leermodules op het online portaal van de school en bestuderen ze deze, waarna ze toetsen met cijfers afleggen. Bij meer actieve leersessies kunnen leerlingen hun cursusmateriaal en output verkennen tijdens de live sessies met een leraar en hun medeleerlingen en vervolgens al hun andere vereisten indienen via e-mail of via een officieel schoolportaal om op een later tijdstip te worden beoordeeld.
Hoewel het overlappingen met online leren, is afstandsonderwijs eigenlijk veel breder van opzet en gaat het veel verder terug in de tijd. Afstandsonderwijs is elke vorm van leren waarbij de student en docent niet fysiek op dezelfde plaatst aanwezig zijn tijdens de les. Dit kan gebeuren door middel van correspondentie, educatieve televisie en videoconferenties.
Hybride leren daarentegen is een onderwijsaanpak met zowel een persoonlijk als online leercomponent. De helft van de leerlingen moet fysiek aanwezig zijn in het klaslokaal met een leraar, terwijl de rest van de klas de sessie van thuis uit bijwoont via videoconferties. Het veronderstelde voordeel van deze opzet is dat docenten hun klaslokaal kunnen uitbreiden naar specifieke studenten en gastdocenten die zich elders bevinden.
Maar uit de eerste verslagen van leerkrachten die zich tijdens de pandemie aan deze opzet moest aanpassen, blijkt dat hybride leren met problemen gepaard gaat. Sommige leerkrachten beweerden dat het hebben van twee groepen leerlingen het voor hen moeilijk maakte om prioriteiten te stellen bij de keuze van de leerlingen. Het kwam voor dat leerlingen op afstand meer aandacht kregen dan hun collega's in de klas. Een aandere uitdaging, die ook bij online leren voorkomt, is het gebrek aan beschikbare technologie. Net elke school is uitgerust met de geschikte hardware en software om deze leerconcepten te implementeren.
Het invoeren van actieve leermethoden zal niet altijd een vlotte overgang zijn, maar zolang scholen een duidelijk idee hebben van de leermethoden waarop ze hun huidige pedagogie willen afstemmen, zal het voor hen gemakkelijker zijn om de types technologie en opleiding te selecteren en erin te investeren die ze nodig hebben om bekwame afgestudeerden voort te brengen met de nodigde 21ste-eeuwse vaardigheden.
Benieuwd naar de leermethoden van de Klas van Morgen? Download de gratis inspiratiegids hier.