De apparaten vermeld bij elke fase zijn een weergave van de apparaten die in die fase kunnen worden gebruikt. We hebben bijvoorbeeld een camera nodig om een tafereel vast te leggen, gebruiken een scanner om een afgedrukte afbeelding digitaal te maken of tekenen een illustratie op een computer. Aan elke fase zijn verschillende apparaten gekoppeld, maar er is een apparaat dat in elke fase wordt gebruikt. En ik geloof dat u wel weet over welk apparaat we het hebben. Ja, het is de monitor. Waarom is dit het enige apparaat dat onderdeel is van alle drie de fases? Omdat tegenwoordig bijna 99,5% van de illustraties of afbeeldingen een digitale vorm heeft, en we, helaas, nog niet de technologie hebben om mensen digitale inhoud direct te laten bekijken, zoals het steken van een SD-kaart in onze hersenen. We hebben een weergaveapparaat nodig om te kunnen genieten van digitale inhoud en verreweg het meest gebruikte apparaat is de monitor. We kunnen natuurlijk beargumenteren dat ook een projector kan worden gebruikt, maar we hebben niet altijd de luxe dat we een grote, lege muur en een donkere omgeving bij ons hebben. Daarom wordt de monitor gezien als het belangrijkste hulpmiddel in de werkstroom voor kleurenmanagement.